Installatie schema

Dit is de aardlekschakelaar (ALS). 

De aardlekschakelaar controleert of de uitgaande stroom gelijk is aan de uitgaande stroom. Bij een fout schakelt deze uit. 
Er mogen maar maximaal 4 groepen aangesloten worden per ALS.

Dit is de installatieautomaat.

Een installatieautomaat beschermt tegen een kortsluiting (magnetisch) en overbelasting (thermisch). De magnetische en thermische beveiliging zijn ook opgenomen in het symbool.

Het halve rondje betekent: Magnetisch (kortsluiting).
Het vierkantje betekent: Thermisch (overbelasting).  

Dit is een smeltpatroon met groepsschakelaar.

Een smeltpatroon staak bekend als een oude techniek. Echter worden er nog steeds kasten gemaakt met smeltpatronen. Een smeltpatroon beschermt tegen kortsluiting en een overbelasting.  De groepsschakelaar zorgt ervoor dat je de groep spanningsloos kunt maken.

De 16/25 geeft aan dat er een 25A voet in zit en maar een 16A zekering. Hiermee kan je in de toekomst eenvoudig een groep verzwaren.

Dit is de KWH-meter.

Deze meet aan de hand van een spanningsspoel en stroomspoel (P=U*I) het vermogen. 

Dit is de hoofdschakelaar.

De hoofdschakelaar is niks meer dan een aan/uit schakelaar van de installatie. In geval van nood moet deze handmatig bediend worden om de installatie spanningsloos te maken. 

Dit is de aardlekautomaat (ALAMAT)

De ALAMAT is een installatieautomaat en aardlekschakelaar samen. Deze beveiliging beveiligd je kabel dus tegen kortsluiting, overbelasting en controleert of er geen stroom weglekt.

Dit is een 3Fase beveiliging met groepsschakelaar.

Deze beveiliging werkt hetzelfde als een 1 fase beveiliging. Het grote verschil is dat er nu niet 1, maar 3 smeltpatronen aanwezig zijn. Iedere fase is dus beschermd met een eigen smeltpatroon. Die 3 verticale streepjes geven aan hoeveel smeltpatronen er zijn. De groep kan aan/uit geschakeld worden met één vierpolige groepsschakelaar.

Dit is een ster/driehoek motor schakelaar.

Vaak wordt er voor grote machines een speciale motor starter in de verdeelinrichting geplaatst. Op het installatieschema staat deze dan ook getekend na de beveiliging. Op die manier weet je welke kabels je moet aansluiten op die groep.

Dit is een 3 fase smeltveiligheid.

Hierbij ontbreekt de groepsschakelaar. Indien je deze groep wilt uitschakelen zal je eerst de aangesloten machine moeten uitschakelen en daarna de smeltpatronen er 1 voor 1 uitdraaien.

Hier staan de aangesloten aders.

Hier staat de informatie over de aangesloten kabel.

In woningen wordt deze kabel aangesloten door de netbeheerder maar in de utiliteit kan dit een kabel zijn uit een andere groepenkast. De informatie is dus belangrijk voor het aansluiten.

Hier staat de informatie over de aarding.

De aarding is een belangrijk deel van de installatie. Vandaar dat deze ook getekend staat op het installatieschema. Hier kan je zien wat er allemaal is aangesloten op de hoofdaardrail (HAR).

Hier staat de informatie over de groepen.

Hier staat welke kabels zijn aangesloten en welke ruimtes. Ook staat hier de lengte van de kabels.

Hier staat de informatie over de aangesloten componenten.

Hoeveel WCD's & lichtpunten zijn er per groep aangesloten. Zo kan je snel zien of een groep te zwaar belast is of vergeten is.

Hier staat de informatie over de aangesloten vermogens.

Het vermogen is uitgedrukt in VA (Volt Ampere) en dat is het maximale vermogen wat op de groep kan komen te staan.
Het VVA is het te Verwachten Volt Ampere. Dit is wat er verwacht gebruikt gaat worden. Ga maar even na in je eigen woning, worden op dit moment alle WCD's gebruikt?

Hier staat de informatie over de kast.

Een klasse II kast wilt zeggen dat deze dubbel geïsoleerd is.
Een Klasse I kast zijn vaak kasten van metaal.
In de praktijk komen klasse I en II het vaakst voor.

Zie je dat rode stippellijntje?

Dat is de groepenkast. Alles wat in de stippellijn getekend staat zit dus in je groepenkast.
Je KWH-meter staat buiten de kast getekend. En dat is in woningen ook vaak zo. Ga maar eens kijken in je eigen meterkast.

Hier staat alle informatie over het aangesloten vermogen. Ook de gelijktijdigheid en de berekeningen die daarbij horen. 
Met deze informatie kan je bijvoorbeeld je hoofdschakelaar uitrekenen.